Sondevoeding voor kinderen

Op advies van uw diëtist of (kinder-)arts start uw kind met sondevoeding. Wat is sondevoeding precies? Waneer wordt sondevoeding bij kinderen gebruikt? Op deze pagina delen we graag onze kennis en informatie over sondevoeding, voor u en uw kind. Ook leest u praktische gebruikstips over bijvoorbeeld het inbrengen van de sonde. Het is onze zorg om het gebruik van sondevoeding voor u en uw kind zo aangenaam en effectief mogelijk te laten verlopen.

Sondevoeding is vloeibare voeding die door een slangetje rechtstreeks in de maag of darm wordt toegediend. Deze medische voeding bevat alle voedingsstoffen die uw kind nodig heeft; energie, vetten, koolhydraten, vitamines, mineralen, water en vaak ook vezels. Er is sondevoeding voor zowel volwassenen, als speciaal voor kinderen. Er zit wel verschil tussen deze soorten sondevoeding. Sondevoeding voor kinderen is volledig is afgestemd op de voedingsbehoefte van een kind. 

Bij ziekte, ongewenst gewichtsverlies of een slechte groei kan de diëtist of arts uw kind sondevoeding voorschrijven.  Sondevoeding wordt in de volgende situaties voorgeschreven:

• Bij (herstel van) een ziekte zoals kanker, cystic fybrosis (CF), een darm-, spier- of longziekte
• Als het nuttigen van normale (baby)voeding niet lukt door ernstige slik- of kauwproblemen
• Voor of na een operatie, bijvoorbeeld aan de mond of keel
• Bij te vroeg of te klein geboren baby's of bij aangeboren afwijkingen

Het gebruik van sondevoeding door kinderen kan even wennen zijn. Hieronder vindt u tips die u en uw kind op weg helpen bij het gebruik van sondevoeding.

Mondhygiëne

Bij langdurig gebruik van sondevoeding bij kinderen is mondhygiëne erg belangrijk. Stimuleer om minimaal 2 keer per dag de tanden te poetsen. Eventueel ook nog een 3^e keer alleen met water. Masseer ook het tandvlees regelmatig.

Sonde fixeren

U kunt om de sonde te fixeren bij jonge kinderen de fixatiepleister in een leuke vorm knippen. Bijvoorbeeld een hartje of ster. 

Hoeveelheden ml bij doorspuiten

Goed om te weten is dat bij het doorspuiten van de sonde met water, de hoeveelheid verschilt per leeftijdsgroep:
• Baby: 2-5ml
• Peuter: 5 -10ml
• Kind: 10-20ml

Combineren met 'gewoon eten'

Mag uw kind naast de sondevoeding ook eten en drinken? Geef de sondevoeding hierna en pas de hoeveelheid aan op wat uw kind zelf heeft gegeten of gedronken. Doe dit op momenten dat uw kind genoeg energie heeft, goed wakker is en trek heeft in gewoon eten.

Het inbrengen van de sonde gaat makkelijker als uw kind ligt. Dit kan bijvoorbeeld op een aankleedkussen zijn.

1. Het kan in sommige gevallen ook handig zijn om uw kind in te bakeren voordat u de sonde inbrengt.
2. Blijf tijdens de handeling rustig door bijvoorbeeld te kletsen of een liedje te zingen.
3. Tijdens het inbrengen van de sonde helpt het om bij uw kind in het gezicht te blazen. Als uw kind gaat huilen is het lastiger de sonde in te brengen. Door te blazen ontstaat er een slikreflex bij uw kind, wat het makkelijker maakt om de sonde op te schuiven.
4. Zorg er ook voor dat alle pleisters geknipt zijn en dat alles binnen handbereik ligt. Zo duurt de handeling zo kort mogelijk.
5. Kan uw kind al goed zitten? Dan is het vaak het fijnste voor uw kind om bij u of eventueel uw partner op schoot te zitten. Kinderen voelen zich dan vaak meer ontspannen en werken beter mee.
6. Als uw kind tegen probeert te werken met zijn of haar handen, kunt u die het beste even vasthouden. Dit gaat bovendien het makkelijkst als uw kind op schoot zit.

1. Heeft uw kind de leeftijd om al goed mee te kunnen beslissen? Dan is het voor uw kind het fijnst om dingen in overleg te doen. Laat de regie hierbij zoveel als mogelijk in handen van uw kind.
2. Bereid uw kind altijd op tijd voor op het verwisselen van de sonde. Zo weet uw kind waar het aan toe is.
3. Blijf altijd positief en beloon uw kind bijvoorbeeld na het verwisselen.
4. Het kan ook zo zijn dat uw kind het fijn vindt om mee te helpen met het inbrengen. Zo heeft uw kind het meteen door wanneer het niet prettig voelt en heeft uw kind zelf alle controle.

1. Is uw kind erg beweeglijk? Dan is het vaak handig om de sonde via de nek door de romper te laten lopen. Mits de sonde lang genoeg is, eindigt deze dan bij het broekje.
2. Ook wanneer de sonde niet gebruikt wordt, is het verstandig om de sonde op de rug te bevestigen met een daarvoor ontwikkeld 'sondezakje'. Dit is een klein stoffen zakje dat door middel van een clipje op de kleding bevestigt kan worden.
3. U kunt de sonde ook via de rug in het shirt laten verdwijnen. Dit verkleint de kans dat uw kind de sonde eruit trekt.
4. Als uw kind nog in de box ligt en nog niet kruipt of loopt, kan de sonde het beste via de broekspijp worden aangesloten. Zo raakt uw kind niet verwikkeld in de slang als uw kind gaat rollen.